Van urgentie naar verandering

Een goed ontworpen fysieke leeromgeving speelt een cruciale rol bij het bevorderen van effectief leren en het ondersteunen van de onderwijsvisie, waarden en behoeften van een school. Het gaat om het faciliteren van een omgeving die het leerproces bevordert en het welzijn van leerlingen en docenten ondersteunt.

Verandere dat gebeurt veel in het onderwijs, dit betekent niet dat dit verkeert is. In tegen deel het is nodig om vooruit te kunnen. Houdt voor ogen voor wie je het doet. Wat is het doel, waarom is dit doel er? Vanuit ambitie of vanuit urgentie? Wat hebben we nodig om het doel te realiseren en vervolgens hoe gaan we het organiseren.

Ontdekken

Wij begeleiden scholen in dit proces, we krijgen zicht op waarom is het van belang om anders naar de leeromgeving te kijken. We ontdekken (verkennen en definiëren) samen en leggen de basis voor de verandering.

  1. Identificeer de onderwijsvisie, waarden en behoeften: Het is belangrijk dat de school een duidelijk begrip heeft van haar onderwijsvisie, waarden en behoeften voordat ze veranderingen aanbrengt in de fysieke leeromgeving. Dit omvat het definiëren van de gewenste leerresultaten, pedagogische benaderingen, didactische keuzes en specifieke behoeften van de leerlingen en docenten.
  2. Betrek belanghebbenden bij het ontwerp: Het is essentieel om belanghebbenden, zoals docenten, leerlingen, ouders en schoolleiders, te betrekken bij het ontwerpproces van de fysieke leeromgeving. Door samen te werken kunnen verschillende perspectieven worden verzameld en kan er consensus worden bereikt over de gewenste veranderingen.

Ontwikkelen

Vervolgens gaan we ontwikkelen, dit doen we in co-creatie. We brengen focus aan, gaan samen input ophalen en komen tot een eerste schetsontwerp, waarbij we de belangrijkste elementen scherp in beeld houden.

  1. Flexibiliteit en modulariteit: De fysieke leeromgeving moet flexibel en modulair zijn om aan verschillende onderwijsbehoeften te kunnen voldoen. Hierbij kan gedacht worden aan aanpasbare meubels, ruimtes die kunnen worden aangepast aan verschillende groepsgroottes en leeractiviteiten, en multifunctionele ruimtes die gebruikt kunnen worden voor verschillende doeleinden.
  2. Technologie-integratie: Gezien de voortschrijdende technologische ontwikkelingen is het van groot belang dat de fysieke leeromgeving geschikt is voor de integratie van moderne technologieën. Dit omvat de beschikbaarheid van digitale tools, wifi-connectiviteit, oplaadpunten en interactieve presentatiemogelijkheden.
  3. Esthetische en functionele elementen: Naast het functionele aspect is het ook belangrijk om esthetische elementen in overweging te nemen bij het ontwerpen van de fysieke leeromgeving. Een aantrekkelijke en inspirerende omgeving kan de motivatie en betrokkenheid van leerlingen en docenten verhogen.

Realiseren

De laatste stap is het realiseren. Als de mogelijkheid er is willen de ideeën die er zijn met elkaar testen. We gaan samen op onderzoek en stemmen af met de stakeholders wat waardevol is en goed kan werken om vervolgens tot definitieve implementatie te komen. Hierbij moet je als organisatie verder kijken. Want het is niet zo dat je een paar nieuwe meubels plaatst en dat de leeromgeving dan gelijk werkbaar is.

  1. Professionele ontwikkeling: Zorg ervoor dat docenten de nodige professionele ontwikkeling krijgen om de veranderingen in de fysieke leeromgeving effectief te kunnen gebruiken. Trainingen en workshops kunnen docenten helpen bij het begrijpen van de nieuwe mogelijkheden en het integreren van de vernieuwde ruimte in hun dagelijkse praktijk.
  2. Communicatie en betrokkenheid: Zorg voor open en regelmatige communicatie met alle betrokkenen om ervoor te zorgen dat iedereen op de hoogte is van de veranderingen in de fysieke leeromgeving en begrijpt hoe ze deze optimaal kunnen benutten. Creëer mogelijkheden voor feedback en betrek belanghebbenden bij de evaluatie van de veranderingen.
  3. Evaluatie en aanpassing: Voer regelmatige evaluaties uit om de effectiviteit van de veranderingen in de fysieke leeromgeving te meten. Verzamel feedback van leerlingen, docenten en andere belanghebbenden en gebruik deze informatie om aanpassingen te doen en de leeromgeving verder te optimaliseren.

Nazorg is daarom enorm van belang. Dit doen we door observaties en vervolgens bespreken we wat de ervaringen zijn, waar lopen we tegenaan, wat sluit nog niet aan bij de beschreven visie en keuzes en hoe hebben we het leren georganiseerd. Om zo de leeromgeving als instrument in te zetten. Na de (her)inrichting moeten teams wennen aan de verandering. Het vraagt vaak om andere gedrag, zowel bij de leerling als bij de leerkracht. Een nieuwe leeromgeving kan leiden tot veranderingen in didactische benaderingen. Leerkachten hebben begeleiding nodig bij het het integreren van de nieuwe ruimtes en middelen in lespraktijk. Leerkrachten moeten leren hoe ze de beschikbare middelen en ruimtes optimaal kunnen benutten om hun onderwijspraktijk te verbeteren. Kortom we geven ook geen autosleutels aan een 18 jarige en zeggen hier is de auto, dit is het stuur, daar zit het gaspedaal en daar de rem SUCCES!