Het belang van de klasopstelling als onderdeel van de fysieke leeromgeving
In de afgelopen periode mocht ik diverse workshops verzorgen voor scholen, met als voornaamste doel het bewust maken van onderwijsteams omtrent de impact van de fysieke leeromgeving. Vaak lag de focus hierbij op het klaslokaal. Over dit onderwerp is veel geschreven en er bestaan diverse meningen over. Of het nu gaat om instructie of samenwerkend leren, elke opstelling kent voor- en nadelen. Wat mij opvalt, is dat er veel meningen circuleren, terwijl er maar minimaal doordacht wordt over de inrichting van de ruimte.
Laten we allereerst gezamenlijk bewust worden van de impact die de ruimte heeft, zowel positief als negatief. We dienen te begrijpen welke elementen invloed uitoefenen en hoe klassenmanagement hierin een cruciale rol speelt. Het idee dat een vaste opstelling altijd werkt, en dat dit niet ten koste gaat van betrokkenheid en interactie tijdens klassikale instructies, is niet juist. Aan de andere kant is continu in groepjes zitten ook niet altijd bevorderlijk. Dit bewustzijn vormt een essentiële eerste stap: begrijp wat de opstelling teweegbrengt en welke impact dit kan hebben.
De klasopstelling is een van de weinige aspecten van de fysieke leeromgeving waar docenten direct controle over hebben en bewuste keuzes in kunnen maken. Daarnaast biedt de klasopstelling diverse mogelijkheden met betrekking tot leerprestaties, betrokkenheid, interactie en welzijn. Goed dit mag niet nieuw zijn voor iedereen die mij al langer volgt.
Het type klasopstelling kan het gedrag van leerlingen beïnvloeden, zowel in positieve als negatieve zin. Leerlingen vertonen meer gewenst gedrag wanneer ze in rijen zitten (Bonus & Riordan, 1998). Onderzoek van Beckers & Vloten (2013) toont aan dat de prestaties ook variëren afhankelijk van de positie in de fysieke ruimte. Leerlingen die zich in het midden van de klas bevinden, behalen betere resultaten, waarschijnlijk door verhoogde interactie in dat gebied. Leerlingen die in het midden van de klas zitten zouden meer geïnteresseerd zijn in het onderwerp. Bovendien laten studies zien dat leerlingen die inspraak hebben in hun zitplaats, betere resultaten behalen.
Het plaatsen van leerlingen in kleine groepen bevordert interactie, vooral bij brainstormsessies en groepswerk. Voor meer klassikale interactie is het aan te raden om voor rijen te kiezen, wat leidt deels tot actievere deelname. Leerlingen zullen hun hand meer opsteken en meer vragen stellen. en kringopstelling heeft hier een nog grotere positieve impact vanwege het gevoel van gelijkgestemdheid door de ronde vorm. Onderzoek laat zien dat leerlingen die goed zichtbaar zijn voor de docent vaker deelnemen aan de les dan leerlingen aan de uiteinden van de rijen of achterin de klas.
Daarnaast beïnvloedt klasopstelling de sociale perceptie van medeleerlingen, wat kan bijdragen aan het verminderen van vooroordelen. De klasopstelling is een essentieel onderdeel van klasmanagement, waarbij leraren door het bewust van de opstelling structuur kunnen bieden, betrokkenheid kunnen sturen en interactie kunnen reguleren. Ondanks dat klasopstelling een effectieve en kosteloze tactiek is om de klas te managen, zijn leraren zich vaak onvoldoende bewust van deze interventiemogelijkheden.
De ideale klasopstelling bestaat niet, niet alleen vanwege verschillende behoeften en activiteiten, maar ook vanwege de beperkte klasoppervlakte die soms dwingt tot een bepaalde opstelling, rekening houdend met factoren zoals zichtbaarheid van het bord en het type meubilair in het lokaal.
Desondanks wil ik iedereen aanmoedigen om na te denken over hoe de ruimte, het lokaal, op een positieve manier kan worden ingezet. Tijdens de workshops van de afgelopen weken heb ik gemerkt dat docenten zich vaak niet bewust waren van bepaalde aspecten en geen idee hadden waar ze op moesten letten bij het gebruik van het lokaal als leermiddel. Na de workshops werd er gesproken over de omgeving, en bleken enkele docenten anders te kijken naar de omgeving. Ga het gesprek met elkaar aan, zet de leeromgeving op de agenda en leer van elkaar wat wel en niet werkt.