De leeromgeving op afstand
We hebben de deuren weer moeten sluiten. Het onderwijs is weer dicht. Op afstand onderwijs verzorgen, het is meer dan alleen online lessen geven. Het draait om verbinden, contact leggen en onderhouden, uitdagen, stimuleren en het bewust laten worden van het leerproces.
Want leren is meer dan alleen het volgen van lessen. Het wordt steeds duidelijker dat de fysieke leeromgeving van belang is voor het welbevinden en impact heeft op het leren van leerlingen. Nu leerlingen weer thuis zitten moeten wij vanuit het onderwijs erbij stilstaan welke activiteiten we inzetten om het doel te behalen.
Niet iedere leerling;
- Heeft de mogelijkheid om zijn online les vanuit zijn kamer te volgen
- Kan zich met alle prikkels om zich heen focussen
- Heeft de rust thuis om zich open te stellen tijdens en online les.
De ene leerling kan zich prima concentreren thuis en volgt actief de online les. De andere leerling ziet alleen maar zijn mobiel en verplaatst de focus van laptop naar telefoon en vergeet totaal de les. Dit kan natuurlijk ook in een fysieke les voorkomen, echter heb je dan zicht op wat er gebeurt, tijdens online lessen is dit maar minimaal.
Waar ligt de behoefte van de leerling, actief bezig zijn, in een rustige ruimte aan de slag of een podcast luisteren en dan de vragen zelfstandig verwerken. Deze vragen moeten we ons vaker stellen voor zowel het afstandsonderwijs als het fysieke onderwijs.
Al eerder schreef ik dat je verder moet kijken dan alleen de type meubels en je doelen die je vanuit de visie stelt. Het schoolgebouw moet meerdere activiteiten stimuleren, het is niet meer een grijs gebouw met theorielokalen.
Er wordt niet meer standaard vanuit gegaan dat leerlingen alleen kennis kunnen opnemen maar ook kunnen construeren. Er is steeds minder sprake van docent gestuurd onderwijs. De docent is en wordt steeds meer begeleider en of coach van de leerling en het leerproces. De docent vooraan in het klaslokaal, de tafels in rijen, waarin in de groep studenten precies het zelfde onderwijs ontvangen het ‘oude’ formele manier van onderwijs verzorgen is niet van deze tijd. (Milne, 2006)
Zowel fysiek als op afstand is er meer dan docent gestuurd onderwijs. Je moet inspelen op de leerbehoefte van leerlingen. Hiervoor moet de leeromgeving flexibele ontmoetingsplekken worden (Graetz, 2006). Hierbij is het van belang dat de meubels flexibel zijn, borden verspreid over 3 á 4 muren en een centrale bijeenkomst tafel en eventueel nog een aantal verrijdbare tafels en stoelen aanwezig is in een lokaal. Volgens Graetz kan deze manier van samenwerken ingezet worden voor kleine groepen maar ook voor groepen met ongeveer 50 studenten. De omgeving zou modulair mogen zijn als je het mij vraagt. Een omgeving met structuur. Waar zichtbaar is wat er verwacht wordt maar ook duidelijkheid geeft wat je er kan halen.
Stel je voor: ‘De leerling start de dag en loopt het gebouw binnen en voelt zich welkom. Er is leven, het bruist en het voelt persoonlijk aan. Daarnaast is er plek om even bij te komen van de drukke bus, vervolgens ziet de leerling in zijn ooghoek zijn vrienden bij de tafeltennistafel staan. Daar wordt gelachen en er wordt ook nog even gedeeld hoe de dag eruit ziet vandaag. We starten toch op het leerplein op wordt er gezegd. Voordat de leerling er erg in heeft lopen ze naar het leerplein. Een ruimte waar wat rumoer is, er staat een lange tafel waar de docenten nog wat zaken aan het doornemen zijn, aan de muur kant staan hoge tafels met krukken waar iemand nog snel even zijn laatste opdracht in aan het leveren is, in het midden staan verrijdbare tafels in blokken van 5 en helemaal achter in staat een tribune. De omgeving voelt huiselijk maar toch schools aan.
De leerling weet welk gedrag waar verwacht wordt. Gebeurt dit altijd, nee natuurlijk niet. Er zijn meerdere docenten aanwezig en de leerling worden echt wel eens aangesproken. “Hé Willem…… zullen we even een balletje slaan? Dan kan je daar even je energie kwijt en kan je daarna weer aan de slag met je opdracht”. Want na de instructie op de tribune gaat de leerling naar zijn leerplek. Ze zoeken hun eigen plek om aan de slag te gaan. De één gaat een lokaal binnen voor een verlengde instructie, de andere werkt op het leerplein en de volgende gaat met zijn studiecoach aan de slag in een ruimte waar rust centraal staat.’
Zorg voor voldoende afwisseling in de ruimtes en in gekozen meubels waar de leerling aan de slag kan gaan. Zorg voor ruimtes die prikkelend en inspirerend zijn. Kies meubels waar de leerling uitgedaagd wordt tot een actieve houding en zorg voor ruimtes waar rust is om je te kunnen focussen. Er moet van alles wat zijn en leerlingen moeten aan de hand van de onderwijsvisie en leerdoelen op plekken kunnen leren (kennis en vaardigheden ophalen, verwerken, toepassen, delen en ervaren) wat passend is. Creëer een binnenkomst van een warm en bruisend welkom. Vervolgens zijn er leerplekken waar rumoer is, waar je geprikkeld wordt om nieuwe dingen te leren. Sluit af met ruimtes waar je in alle rust kanfocussen.
Als je nu denkt maar we hadden het toch over de lockdown? Klopt, denk bij het ontwerpen van je online lessen aan bovenstaande punten. Want hebben leerlingen thuis? Welke mogelijkheden hebben ze om samen te werken of juist geconcentreerd te kunnen werken? Denk ook goed na welke activiteiten je inzet om afwisseling te bieden, laat leerlingen tussen tijds een rondje lopen, gewoon even op de bank ploffen om daarna weer gefocust aan de opdracht te kunnen gaan.
De fysieke leeromgeving is er altijd, zowel tijdens het onderwijs op afstand als in de schoolgebouwen.